Tussen de vermisten
Muziek/tekst: Rolf Kramer,
april 2009
Lied 67
In geuren en kleuren
zei je weer waar het op stond
en ik wou niet zeuren
dus hield ik wijselijk mijn mond
Maar is dit wat ik wil
en ben ik liever stil
of voel ik immer deemoed om me heen?
Ik wil niet alleen verdriet
maar wil jouw hart niet
Ondanks wat verloren tijd
blijven wij half toegewijd
Schrijven wij de eeuwigheid?
Tja, als we dat eens wisten
Terwijl jij me tot stilte maant
mij wellicht verloren waant
hou ik me al jaren staand
tussen de vermisten met jou
In rijkdom en armoe
tot de dood ons ooit eens scheidt
Soms wens ik ons toe
dat één weg naar Rome leidt
Maken we ons stuk
of is dit wreed geluk?
Soms voelt het even anders dan voorheen
Ik wil niet alleen naar huis
jij bent mijn thuis
Ondanks wat verloren tijd
blijven wij half toegewijd
Schrijven wij de eeuwigheid?
Tja, als we dat eens wisten
Terwijl jij me tot stilte maant
mij wellicht verloren waant
hou ik me al jaren staand
tussen de vermisten met jou
Dit is onze kans
hoe wist je dat ik dansen wou?
Wij zijn als papier
ook al zijn we hier
wij waaien weg naar ooit
Een zomerse regen
spoelt het vuil van onze stad
Besef me terdege
alles heeft toch zin gehad
Ik ken je al zo lang
dus waarvoor ben ik bang?
Niemand zal mij beter leren kennen
en ik wil niet alleen vergaan
wil met jou gaan
Ondanks wat verloren tijd
blijven wij half toegewijd
Schrijven wij de eeuwigheid?
Tja, als we dat eens wisten
Terwijl jij me tot stilte maant
mij wellicht verloren waant
hou ik me al jaren staand
tussen de vermisten met jou
tussen de vermisten met jou