Naar het licht
Muziek/tekst: Rolf Kramer, maart 2009
Lied 66
Dit huis
staat voor zoveel wat mij lief is
de tafel met deuken
de plekken, de keuken
vertrekken en ook het fornuis
’t Is goed om te gaan
want een nieuwe tijd breekt aan
Besef me dat goed
maar mijn huis
bloedt in mij
Dit huis
staat voor zoveel wat van mij is
de stoelen met gaten
de muren, de platen
de uren, het vergaat tot gruis
’t Is goed om te gaan
al voel ik me ontdaan
Alles bederft
ook dit huis
sterft
Waar ben jij?
O ik verlang naar het licht
Zeg mij waar
want ik vergat je gezicht
en alle dingen van nu
die herinner ik
maar heel kort
Waar ben ik?
Dit bed
lijkt comfortabel maar ligt miserabel
met vouwen en deuken
mijn mouwen die jeuken
al lig ik nog maar net
of was het al lang?
’t Maakt me dikwijls bang
dat ik niet meer
weet hoe ik
heet
Waar ben jij?
O ik verlang naar het licht
Zeg mij waar
want ik vergat je gezicht
en alle dingen van nu
die herinner ik
maar heel kort
Waar ben ik?
Waar ben jij?
O ik verlang naar het licht
Zeg mij waar
want ik vergat je gezicht
en alle dingen van nu
die herinner ik
maar heel kort
Waar ben ik?
Wie ben ik?