Naaktportret

Muziek/tekst: Rolf Kramer, april 2008
Lied 54

 

De zachtgrijze winter verzwolg de natte straat

de sneeuw schoof alle bladeren weg

in hun overdaad

Maar mijn hoofd zit nog vol regen

en voelt zo overvol

Gedachten aan een vorig leven

eisen nu hun tol

 

En ik schilder een naaktportret van mezelf

omdat ik eigenlijk heel erg goed weet

dat ik er mag zijn

Ik ken geluk, maar ik weet wat pijn is

en het heeft geen zin te lang stil te staan

ik vind toch altijd een weg

 

De sneeuw van eergisteren kwam geen dag te laat

Ik kon wel janken

als iemand vroeg hoe het gaat

Gisteren nog klonk er een liedje

van enkele jaren terug

Woorden van een vorig leven

wat ging het toch vlug

 

En ik schilder een naaktportret van mezelf

omdat ik eigenlijk heel erg goed weet

dat ik er mag zijn

Ik ken geluk, maar ik weet wat pijn is

en het heeft geen zin te lang stil te staan

ik vind toch altijd een weg

 

Het portret is bijna klaar

en ’t is haast ongeschonden mooi

Wie kent mijn hart?

Wie ziet mij echt?

 

En ik schilder een naaktportret van mezelf

omdat ik eigenlijk heel erg goed weet

dat ik er mag zijn

Ik ken geluk, maar ik weet wat pijn is

en het heeft geen zin te lang stil te staan

ik vind toch altijd een weg

 

Herken ik me in mijn portret

of lijk ik er knapper dan ik ben?

Ik ken mijn hart

ik zie me echt