De kinderen van de zon
Muziek/tekst: Rolf Kramer, januari 2006
Lied 19
Als zelfs kinderen kunnen sterven
in donkere zeeën van de zon
en als ik dat dan begrijpen kon
zou ik houden van mezelf
Als zelfs prinsen kunnen zwerven
in gebouwen van beton
en als ik dat dan begrijpen kon
zou ik houden van mezelf
Maar ik begrijp er niks van
mijn vervlogen ideaal
wat een bedrog, wat een verhaal
En alle schoonheid lijkt
zo intens ver weg
wat een wereld, wat een pech
Als zelfs dagen kunnen tellen
vanaf de dag dat het begon
en als ik dat dan begrijpen kon
zou ik houden van mezelf
Als ik dingen zou vertellen
die ik ’s nachts in mijn slaap verzon
en als ik dat dan begrijpen kon
zou ik houden van mezelf
Maar ik begrijp er niks van
mijn vervlogen ideaal
wat een bedrog, wat een verhaal
En alle schoonheid lijkt
zo intens ver weg
wat een wereld, wat een pech
En soms als ik wakker word
dan doet het licht me pijn
is de zon weer neergestort
Wij zijn kinderen van de zon
maar kunnen niet zo zijn
na de val van Babylon
En we willen, ja we willen
dat alles stopt
Terwijl de dagen nooit verstillen
telkens weer
En we leven, ja we leven
meer dan ooit
Vandaag, vannacht en dan nog even
en ooit niet meer
Als zelfs kinderen kunnen leven
in deze wereld, hard en koud
begrijp ik als ik jou vasthoud
ik kan houden van mezelf
En gedachten kunnen zweven
hoger dan de horizon